vrijdag 14 juni 2013

Leerstijlen - Column @ Female-Gamers.nl

Ik ben 33 en ik heb al zoveel geleerd. Praten, lopen en fietsen. Op school kwam lezen, schrijven en rekenen aan bod. En daarna blijven we bijleren. Over je vak, over jezelf en over de wereld om je heen.

Ik heb tijdens mijn opleiding leerkracht basisonderwijs (Pabo) geleerd over de verschillende leerstijlen van David Kolb. Kolb spreekt over een denker, een doener, een bezinner en een beslisser. Kort door de bocht: een denker wilt graag theorie aangeboden krijgen, een bezinner wilt over materies kunnen nadenken, een beslisser wilt linken met de praktijk zien en een doener mag je met een opdracht het diepe ingooien, want die wilt uitproberen.

Ik zie die verschillende leerstijlen weer terug in gamen. Ben je een bezinner, dan wil je graag de vrijheid hebben om over zaken na te kunnen denken. Role Playing Games (RPG) bied je de ruimte en tijd. Een denker zal voorkeur hebben voor spellen waarin je dingen moet onthouden en waarbij ze intellectueel uitgedaagd worden. Puzzlegames liggen voor de hand, maar ook avontuurspellen. Hierin zitten vaak ook lastige puzzels verwerkt door het verhaal heen. De beslisser zoekt veelal praktische toepassing en de ruimte om te oefenen. Zogenaamde simulatie spellen bieden een goede uitkomst voor deze leerstijl. De doeners onder ons zullen vooral veel actie zoeken, niet te moeilijk verhaal en een vlot tempo. Adventure en hack and slash games, zal het bij deze groep goed doen.

Nu is hokjes plaatsen wel erg makkelijk. Tegelijkertijd is zelfkennis ook weer heel waardevol. En gamen is een eenvoudige manier om die leerstijl te achterhalen. Dan is het zoeken naar een school of opleidingsinstituut die deze manier van intake wil gebruiken.


dinsdag 4 juni 2013

Een wijze les

Ik las laatst een interview met betrekking tot het bezoeken van festivals. Een dochter vertelde dat ze al jaren met haar ouders een festival bezocht. Haar vader had haar een wijze les meegegeven. "Je moet hard studeren, hard werken en hard feesten."

Ik vind het een mooi motto, een mooi doel ook. En tegelijkertijd een lastig te combineren motto. Hard feesten gaat niet vaak samen met de andere twee. Tijdens mijn studententijd ging het nog wel. Eerst heb ik SPW gedaan. Regelmatig heb ik zondagavond tot diep in de nacht concerten bezocht. En de dag erna gewoon weer naar colleges. Hoeveel ik heb opgeslagen van de lessen die dag, is een ander verhaal. Met die houding ging ik naar de Pabo. Maar ik merkte al snel dat ik het niet ging redden als ik zo door ging. Dus wat minder feesten, wat harder studeren. En dan komt het moment dat je het studeren verruilt voor het werken. Ik moet zeggen, het voelde als het einde van een tijdperk. Ik ging graag naar school en ik hoopte dat dit gevoel zo blijven. Maar hard werken en hard feesten lijkt al helemaal niet samen te gaan. Als je een leuk leven leidt, lijdt je werk eronder. En als je privé leven in rook opgaat, is het tijd voor promotie op het werk.

Als ik erover nadenk is het misschien wel een kwestie van die eeuwige lat en hoe hoog je die voor jezelf legt. Ik vind pas dat ik hard studeer als ik alleen maar achten haal of hoger, niet blijf zitten en mijn diploma haal. Op het werk wil ik meteen alles goed doen, iedereen tevreden stellen en fulltime aanwezig zijn. En in mijn vrije tijd kan ik nooit kiezen, ben ik altijd bang dat ik iets mis en wil ik alles meemaken.

En toch lijkt er juist een soort rust te komen uit dit motto. Dat je juist alleen aandacht schenkt aan de dingen die jou verder helpen in je leven. Niet omdat het moet, maar omdat je dat wilt. Ken je verantwoordelijkheden en leef maximaal. Ik kan dit vast, dit is zeker haalbaar. Of leg ik dan weer mijn lat te hoog en ben ik terug bij af?