Ik las laatst een interview met betrekking
tot het bezoeken van festivals. Een dochter vertelde dat ze al jaren met haar
ouders een festival bezocht. Haar vader had haar een wijze les meegegeven.
"Je moet hard studeren, hard werken en hard feesten."
Ik vind het een mooi motto, een mooi doel
ook. En tegelijkertijd een lastig te combineren motto. Hard feesten gaat niet
vaak samen met de andere twee. Tijdens mijn studententijd ging het nog wel.
Eerst heb ik SPW gedaan. Regelmatig heb ik zondagavond tot diep in de nacht
concerten bezocht. En de dag erna gewoon weer naar colleges. Hoeveel ik heb
opgeslagen van de lessen die dag, is een ander verhaal. Met die houding ging ik
naar de Pabo. Maar ik merkte al snel dat ik het niet ging redden als ik zo door
ging. Dus wat minder feesten, wat harder studeren. En dan komt het moment dat
je het studeren verruilt voor het werken. Ik moet zeggen, het voelde als het
einde van een tijdperk. Ik ging graag naar school en ik hoopte dat dit gevoel
zo blijven. Maar hard werken en hard feesten lijkt al helemaal niet samen te
gaan. Als je een leuk leven leidt, lijdt je werk eronder. En als je privé leven
in rook opgaat, is het tijd voor promotie op het werk.
Als ik erover nadenk is het misschien wel
een kwestie van die eeuwige lat en hoe hoog je die voor jezelf legt. Ik vind
pas dat ik hard studeer als ik alleen maar achten haal of hoger, niet blijf
zitten en mijn diploma haal. Op het werk wil ik meteen alles goed doen,
iedereen tevreden stellen en fulltime aanwezig zijn. En in mijn vrije tijd kan
ik nooit kiezen, ben ik altijd bang dat ik iets mis en wil ik alles meemaken.
En toch lijkt er juist een soort rust te
komen uit dit motto. Dat je juist alleen aandacht schenkt aan de dingen die jou
verder helpen in je leven. Niet omdat het moet, maar omdat je dat wilt. Ken je
verantwoordelijkheden en leef maximaal. Ik kan dit vast, dit is zeker haalbaar.
Of leg ik dan weer mijn lat te hoog en ben ik terug bij af?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten