woensdag 11 juli 2012

Voetbaltalent - 4 juli 2012 - Inzending Metrolezerscolumn

Het afgelopen EK en WK (2010) ben ik alle wedstrijden op een plein in het centrum van Roermond gaan bekijken. Uiteraard uitgedost in het oranje. Groot scherm, goed geluid en genoeg mensen om het elftal aan te moedigen. Samen genieten. Twee jaar geleden lukte dat de menigte goed. De sfeer zat er tijdens het WK goed in. Ik hoorde mensen trots praten: "Wij voetballen goed, wij creëeren kansen en wij worden wereldkampioen." Dit jaar hoorde ik andere teksten. Vooral de verandering in het persoonlijk voornaamwoord vind ik opvallend: "Zij pakken hun kansen niet, zij zijn een stel ego’s en zij worden zo nooit kampioen." Ook was ik onder de indruk van alle adviezen die verbaal naar het scherm werden gegooid. Verstandige tips, coachende taal en tactisch advies, daar werd het elftal van voorzien. Jammer dat ze het niet konden horen.


Laten we daar verandering in brengen. Laten we zorgen dat het Nederlandse volk inspraak krijgt in het Nederlandse voetbal. Sinds 1990 mogen we via referenda’s  meebeslissen over de meest onzinnige dingen. Gemeentelijke herinrichtingen, openingstijden van de plaatselijke horeca en verkeersbeleid. Geef het volk nu eens iets wat echt leeft onder de mensen.


We beginnen met het programma: “Op zoek naar Bert”. In dit programma kan Nederland gezamelijk een nieuwe bondscoach uitzoeken via sms. Criteria zijn charisma, coachvaardigheden en openstaan voor suggesties. We kunnen het niet nog een keer hebben dat zo’n bondscoach het lef heeft, de adviezen van de beste stuurlui niet op te volgen. Daarna kunnen we voetbaltalent gaan zoeken. De deelnemers kunnen bekenden uit de Nederlandse voetbalwereld zijn, maar ook onbekend talent kan auditie doen. De deelnemers worden beoordeeld op individuele techniek, samenspel, teamperformance en communicatie in de media. De jury bestaat uit de stemmen van het volk, de nieuwe bondscoach en iemand van de KNVB. Daar komen we niet onderuit. En persoonlijk zou ik Jack van Gelder in de jury willen plaatsen. Ten eerste omdat hij leuk verslag doet tijdens wedstrijden, ten tweede omdat hij na afloop ongegeneerd mensen de meest spannende uitspraken in de mond legt. Dat kunnen we wel gebruiken in het programma, om het koren van het kaf scheiden. Aan het einde wordt de definiteve ploeg bekend door de beslissing van de jury en de stemmen van het publiek.


Ik denk dat het een hoop klachten scheelt bij tegenvallende resultaten. En als het wel goed gaat, kan men terecht zeggen dat "wij gewonnen hebben."


donderdag 28 juni 2012

Onderweg - 25 juni 2012 - Inzending Metro Lezerscolumn

Zaterdagochtend. Ik ben met mijn vriend op weg naar Ikea met de auto. Ik vind het heerlijk om in de auto om me heen te kijken. Naar de omgeving, de andere auto’s en naar de mensen in die andere auto’s. Slapende mensen, huilende kinderen en ruziënde koppels. Ik stel me voor waar hun ruzie over zal gaan. Relatieperikelen, gebrek aan geld of het ergste van alles: de kaart. Althans, de te nemen route op de kaart.


Het is een ongrijpbare zaak: kaartlezen en dat vrouwen deze vaardigheid niet onder de knie zouden hebben. De discussie zou allang afgelopen moeten zijn, aangezien de wetenschap zich er al over heeft gebogen. Wij vrouwen schijnen er gewoon niet geweldig in te zijn, iets met onze genen. We zijn beter af (en sneller op onze bestemming) als we dit aan een man over laten. Persoonlijk denk ik ook dat het aan de man ligt of we snel op onze bestemming aankomen, maar dat ligt niet aan zijn vermogen om de kaart te kunnen lezen. Wij vrouwen kunnen veel tegelijk, maar kaartlezen, borden in de gaten houden, de discussie aan gaan met de liefde van je leven en zijn lompe opmerkingen negeren, dat is gewoon te veel. Is daar al eens een onderzoek naar gedaan?


Ik moet de wetenschap toch echt tegenspreken. Het moge duidelijk zijn dat vrouwen wel degelijk in staat zijn kaart te lezen en de weg te vinden. Tenslotte is er in een winkelcentrum nog nooit een vrouw verdwaald. Wel zie je er mannen gedesoriënteerd rondlopen. Vrouwen lopen er echter doelgericht en zelfverzekerd rond. Ze kent de weg, ook al is het de eerste keer dat ze in dat centrum rondloopt. Een kwestie van interesses en noodzaak, denk ik. Maar toch. Myth… Busted!


Met deze nieuwe kennis in mijn hoofd, stap ik tegenwoordig anders de auto in. Ik zorg dat mijn lief absoluut geen tijd meer heeft om mij af te leiden van mijn taak. Ik heb daar een uitgebreid pakket aan afleidingsmanoeuvres voor ontwikkeld. Fijntjes wijs ik mijn schat op alle merken auto's die voorbij zoeven, (vergt wat studeren, maar het is het waard) het schandelijke rijgedrag van andere weggebruikers en vertel hem dat ik zo blij ben dat hij wel kan rijden. En als dat allemaal niet werkt, heb ik nog een geheim wapen. Snoepjes! Het liefst fruitella's of chocotoffees. Kan hij zijn kaken voorlopig niet van elkaar krijgen.

Spelregels - 6 juni 2012 - Inzending Metro Lezerscolumn


Wanneer ben je een gamer? Pas als je sociale leven eronder lijdt? Of al meteen na  je eerste rondje Farmville? Deze week las ik op Facebook een bericht van iemand die klaagt dat iedereen zich nu zomaar gamer noemt. En anderen vallen hem bij. Ik wist niet dat het een soort te verwerven status is geworden. Volgens mij is gamer zijn nog maar kort een etiket. En vervolgens zijn we met zijn allen bezig uit te vinden wat de grenzen en regels zijn. Ben ik wel een gamer of niet en wat betekent dat eigenlijk?  

Het lijkt een beetje op roken. Ben je vanaf je eerste hijs stiekem in het fietsenhok achter de school al een roker? Of vergt het meer oefening en ervaring? En wat vinden anderen ervan? Inmiddels weten we dat roken onder de jeugd toch als stoer gezien wordt. Je doet iets wat apart is, een beetje spannend en waarvan volwassenen je proberen weg te houden. Hoe graag de overheid dat beeld wil veranderen, het is nou eenmaal zo. Je kunt er nog duizend reclamecampagnes overheen kiepen. Hoe spannender je het maakt, hoe aantrekkelijker het wordt.

Ik merk wel dat er veel meer aandacht is ontstaan voor gamen. Beurzen, programma’s op tv, gespecialiseerde winkels. En het wordt steeds toegankelijker. Ontwerpers proberen een steeds groter publiek te bereiken. En niet iedereen wil uren oefenen, het moet meteen vanaf de eerste minuut speelbaar zijn. Misschien is dat de kern. Er zijn mensen die al jaren allerlei spellen met onmogelijke gameplay, niet te ontrafelen verhaallijnen en onoverwinnelijke bazen aan het spelen zijn. Mocht het dan uiteindelijk lukken, dan heb je wel een bepaald aanzien verdiend. Je bent een waardige gamer. Als er dan iemand aanspraak doet op diezelfde titel en alleen maar een beetje een digitale boerderij aan het bijhouden is. Tja, dat steekt.

Aan de andere kant vind ik het ook wel weer vermakelijk. Je trekt je nooit iets aan van iedereen die tegen je zegt dat gamen je lui maakt. Dat je eens een frisse neus moet gaan halen buiten. Of dat je je geld wel aan iets nuttigers kan besteden dan die spelletjes. Dat boeit je niet, je maakt je eigen regels. Jij blijft lekker gamen. Maar iemand die, terecht of onterecht, zich dezelfde titel toebedeeld. Daar maak je je wel druk om. Misschien is het makkelijker om andersdenkenden te negeren, dan iemand die juist hetzelfde wil.

donderdag 7 juni 2012

Toedels (1) - 7 juni 2012

“Honderd jaar en nu al voor de geraniums”, schiet door mijn hoofd. Ik moet lachen om mijn eigen gedachten. Ik heb deze dag wel verdiend. Genieten doe ik van mijn dagjes thuis. Samen met mijn kat, Toedels. Ik krijg een heerlijk kopje van hem.

Toedels is mijn ietwat dikke, rode kater. Een lust voor het oog mag ik wel zeggen. Waar ik ben, is Toedels. Op schoot, op de krant, op mijn laptop. En ook zijn haren zijn overal. Dadelijk hoest ik nog eens een haarbal op. Vroeger ging ik nog wel eens op vakantie. Toedels weet wanneer het weer zover is. Als hij mij mijn spulletjes in een tas zie kiepen, kijkt ie me aan. Zorgelijk, maar vooral met zo’n blik waardoor ik me schuldig van ga voelen. “Laat je me alleen?“ vragen zijn oogjes mij.  En zodra ik weer thuis kom, blijft hij rondjes om me heen draaien. Net zo lang totdat ik ga zitten. Het eerste wat er moet gebeuren, is knuffelen. Ik moet het goedmaken.
Nu ga ik niet meer zo vaak weg en zitten we alle dagen bij elkaar, te genieten van elkaars gezelschap. Rustig slijten we zo onze dagen. Iedere dag krijgt hij heerlijke brokjes, paté catmilk en een stukje worst of kaas, wat ik per ongeluk (ahum) laat vallen. Ieder dag krijg ik een muis of musje. Hij zit er netjes naast met een blik van: “Kijk mij, heb ik speciaal voor jou gedaan.”

De jaren verstrijken en we worden ouder. Ik ga minder weg, jij vangt minder cadeautjes voor me. We blijven steeds meer thuis en doen tukjes in de stoel. Het einde nadert, iedere dag is er eentje minder tot de laatste. Soms denk ik daaraan. Hoe moet het als een van ons het loodje legt? Ik heb al zolang van je mogen genieten en nog ben ik niet klaar om afscheid te nemen. Hoe gaat het dan? Met wie moet ik dan tukjes doen en mijn eten delen? Zijn er in de hemel wel tukjes en maaltijden? Is er wel een hemel?

(zie Toedels 2 voor het vervolg)

Toedels (2) - 7 juni 2012

(Vervolg van Toedels 1)

Maar dan mag ik me druk maken om iets totaal anders. De buurt. Men vindt het onverantwoord, zo’n oude vrouw alleen in huis. Misschien is het maar beter dat ik naar een verzorgingstehuis ga. “Hoe moet het dan met Toedels?” vraag ik nog. Maar daar zijn de regels van de laatste rustplek heel duidelijk over. Geen dieren in het tehuis. Heb ik het daarvoor zo lang volgehouden? Om te eindigen op een plek, die me het meest waardevolle wat ik bezit van me af willen nemen? Overmorgen komen ze me halen.
Dan neem ik een besluit. Het gaat niet door. Ik trek mijn eigen plan. Wie weet wat ze met mijn lieverd gaan doen. Misschien krijgt ie wel een spuitje. Nou, mooi niet! Hij een spuitje, ik een spuitje. Ik loop naar de slaapkamer en zie mijn lieverd liggen. Heel stil ik aai hem, maar het vertrouwde spin-geluid blijft weg. Dan slaapt hij wel heel diep. Ik ga naast hem liggen op bed. Nog steeds geen gespin. Ik leg mijn oude hand op Toedels lijf………….

Geen zuchtje adem gaat meer door zijn lijf. Alsof hij geweten heeft dat we niet lang meer samen konden zijn. “Niet meer samen, dan niet meer leven”, moet hij gedacht hebben. Eigenlijk heeft hij gelijk. Ik wil ook niet zonder hem verder. Ik heb al van zoveel afscheid moeten nemen. Het is wel mooi geweest. Ik neem mijn lieve schat nog eens goed tegen me aan. De laatste knuffel voor ons beide. En dan leg ook ik mijn vermoeide hoofdje te rusten.
Als ik mijn ogen weer open is het toch weer licht geworden. Zo ontzettend licht is het nog nooit om me heen geweest. Ik kijk en neem de omgeving in me op. De grond waar ik op sta lijkt op pluizige sneeuw en het is er helemaal niet koud. Ik kan er op lopen. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat ik me tussen de wolken begeef. Ik loop in een sprookjesachtige, witte omgeving. Heerlijk rustig is het hier. “Ha, kijk eens deze witte massa heeft zich tot een stoel gevormd.” Ik ga er lekker inzitten. Het lijkt nu net alsof ik in mijn huiskamer ben, maar het is wit. En ik mis mijn……

Ineens hoor ik het heerlijkste geluid van de wereld. Kattengespin! En het klinkt wel erg vertrouwd. Ik kijk naast de stoelleuning. Twee prachtige, flonkerende kattenogen in een lekker rood kattenlijf. De liefste ogen die ik in die korte tijd van slaap, rust of wat dan ook heb gemist. Mijn lieve Toedels is hier en hij springt zo op de leuning om me een kopje te geven. Hier kunnen we samen tot in de eeuwigheid tukjes doen en knuffelen. Op ons eigen privé wolkje in de hemel.

Moeilijk - 31 mei 2012 - Inzending Metro Lezerscolumn

“Ik vind dit heel moeilijk om te doen” zegt de man tegen het meisje. Ik zit in de trein in gluur vanuit mijn ooghoeken mee. Vlak voordat de conducteur binnenkwam, zette ze snel haar voeten op de grond. De conducteur zag dit en ging tegenover haar zitten. Een korte preek over vieze voeten op de bank volgt. Het meisje beantwoordt zijn preek met het volgende: “Ik weet dat ook wel, maar ik vind het moeilijk om eraan te denken.” De conducteur pakt zijn bonnenboekje met de mededeling: “Ik vind dit heel moeilijk om te doen. Weet je wat zo’n bekeuring kost? €85, - , alleen omdat jij het moeilijk vindt om je voeten van de bank te houden.” Hier schrikt het meisje wel een beetje van. Ik schat haar op een jaar of 19 en €85, - is een grote hap uit haar maandbudget. Gelukkig hoeft ze niet de rest van de maand op water en brood te leven, de conducteur laat het bij deze waarschuwing. Als hij vertrekt legt ze haar voeten niet terug op de bank. Ik vraag me af of ze nu werkelijk geschrokken is en dit nooit meer doet, of dat deze kennis verwaterd na verloop van tijd.

Meteen rijst bij mij een volgende vraag. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het meisje zich dit gesprek blijft herinneren en haar voeten van de bank af houdt? Ik heb 5 jaar in het onderwijs gewerkt en daar staat positief belonen hoog in het vaandel. Misschien kunnen we zoiets ook invoeren bij bijvoorbeeld de NS. Een bordje of sticker met daarop: Gefeliciteerd! U heeft €85, - bespaard deze reis door uw voeten op de grond te laten. Geld besparen zijn Nederlanders dol op. Ik kan nog wel meer teksten bedenken: U heeft bedrag x bespaard door een geldig vervoersbewijs te kopen, door u normaal te gedragen, door uw rommel op te ruimen. Dit soort wangedrag kost geld. Bijvoorbeeld door zwartrijders loopt de NS jaarlijks enkele miljoenen euro’s mis. En wij ons maar afvragen waarom de prijs van de vervoersbewijzen toch ieder jaar omhoog gaat.
Namijmerend over mijn hersenspinsels vraag ik me ook af hoe het komt dat niemand in de coupé, waaronder ikzelf, het meisje zelf even heeft aangesproken. In mijn functie spreek ik dagelijks mensen aan op houding en gedrag. Hoeveel geld zou het schelen als de conducteur gewoon kaartjes kan controleren en wij, de reizigers, elkaar aanspreken op wangedrag?

donderdag 24 mei 2012

200 Vrienden - 16 mei 2012 - Inzending Cursus

Ik moet het bekennen. Ik heb een Facebookaccount! In deze nieuwe tijden met nieuwe middelen, wilde ik niet achterblijven. Ik ben nog jong, vind ik zelf, ik kan dit. Het is ook gelukt, maar het vervelende van al die nieuwe snufjes is dat ik snel uitgekeken raak. Inmiddels krijg ik commentaar van mijn facebookvrienden dat ik niet vaak online ben en maar weinig mijn “status post.” Mensen weten dan niet meer hoe het met mij gaat en dat vinden ze jammer. Toch fijn te weten dat er mensen zijn die zich van een afstandje zorgen om mij maken.
Momenteel heb ik 200 vrienden op Facebook. Mensen die ik daadwerkelijk ken, van vroeger en nu. In mijn dagelijks leven zie ik van die 200 mensen, er 10 regelmatig. Dus die andere 190 zijn eigenlijk oppervlakkige contacten. Aldus de critici. Zij beweren dat we meer gebaat zijn bij persoonlijke contacten. Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Hoe vaak ik niet meemaak dat ik iemand tegenkom van vroeger. Na de 5 minutenbabbel, “Hoe gaat het met jou – Ja, goed en met jou? – Ja, ook goed,” weet ik niet veel meer te melden. Sta je een beetje ongemakkelijk tegenover elkaar. “Ja, dan ga ik maar weer eens. “ Anders wordt het een gesprek over het leven en daar hoef ik niet met iedereen over te praten.
Ik vind die verdeling wel prettig. Een harde kern van belangrijke mensen en daar omheen een grotere groep kennissen. Voorheen sprak ik die bijna nooit en nu via Facebook kunnen we toch af en toe even kort naar elkaar informeren. Dat vind ik leuk, want het is dan niet geheel uit het oog, uit het hart. En de tijd die ik daarmee bespaard heb, kan ik dan besteden aan de belangrijkste mensen in mijn leven.

Solliciteren - 9 mei 2012 - Inzending Cursus

Daar zit ik dan. Op een ietwat ongemakkelijke stoel, bekertje water voor me en ik merk dat mijn handen toch al weer wat klam beginnen te worden. Een sollicitatie gesprek.
Ik heb in mijn leven al heel wat sollicitatiegesprekken gevoerd. Ik ben als leerkracht begonnen, heb in de horeca gewerkt en ben via het callcenter in het management terecht gekomen. Mijn eerste baan was een bijbaan in een schoenenwinkel. Ik ging op gesprek bij de Dolcis en aan het einde van het gesprek bleek het een functie voor de Schoenenreus te zijn. Voor mij geen probleem, maar ik vond het wel een vreemde situatie. Na het afronden van mijn pabo-opleiding ging ik solliciteren als leerkracht. Op een school kwam ik aan voor het gesprek. Er was vooraf niks specifieks aangegeven, maar toen ik in het kamertje plaatsnam zaten er ineens 7 mensen voor me. Ik sla me daar wel doorheen, maar het is toch prettig zoiets van te voren te weten. Ik vind het al spannend genoeg. De laatste tijd heb ik ook last van spookvacatures. Dat zijn geen enge banen, het zijn banen waarvoor wel wordt geadverteerd en niet blijken te bestaan. Erg irritant.
Ik ben 2 jaar werkzaam geweest als manager bij een energieleverancier. Daar mocht ik aan de andere kant van de sollicitatietafel plaatsnemen. Ik nam me meteen voor om zoveel mogelijk te doen om mensen op hun gemak te stellen. Vooraf aangeven met wie je gesprek hebt, hoe lang het duurt en wat de inhoud van het gesprek gaat zijn.
Ik kan heel kritisch zijn op dingen die andere mensen niet goed doen. Het is ook makkelijk spuien vanaf de zijkant. Maar ik ben blij dat ik in deze situatie van anderen heb geleerd. En er mijn voordeel mee heb gedaan.

maandag 7 mei 2012

Hollands glorie - 2 mei 2012 - Inzending cursus


Deze week is het de week van de nationale feestjes: Koninginnedag, Dodenherdenking, Bevrijdingsdag. Je staat er weer even bij stil, dat je in Nederland woont. In deze tijd van het jaar merk ik dat ik meer verknocht aan Nederland ben, dan dat ik de rest van het jaar denk. IK HOU VAN HOLLAND!

Ik droomde tijdens mijn studie over back-packen door Australië, lesgeven op Curaçao  of ontwikkelingswerk doen in Afrika. In ieder geval wilde ik Nederland verruilen voor een ander land. Vooral vanwege het weer en alle bureaucratische regeltjes. Na mijn Pabodiploma te hebben behaald, deed zich de kans voor om les te gaan geven in Diemen. Dat leek me ook al een bijzonder avontuur en een mooie test om te bewijzen dat ik best een tijd zonder familie en vrienden kon. Het werd een avontuur, maar ik was na één jaar blij om weer in de buurt van mijn familie te wonen. Ik had ze gemist. Het feit dat je ineens weet: “Nu kan ik niet zo maar even langs gaan bij mijn ouders,” deed me beseffen dat mijn familie belangrijk is voor me. En ik ga nu niet vaker langs, dan toen ik in Diemen woonde. Maar het kan en dat gevoel is prettig.

Zo’n 4 jaar geleden heb ik 2 lange weken vakantie doorgebracht in Zuid-Spanje. Ik dacht dat ik zo’n mooi-weer liefhebber was, maar ik werd gek van iedere dag die hitte. Geen afwisseling. Ik vind het schijnbaar heel fijn dat ik de dag van te voren geen flauw idee heb wat voor weer het wordt.

Dus sinds een jaar of vier ben ik heel blij om in Nederland te wonen. Ondanks de crisis, het onvoorspelbare weer en de nationale feestjes. Mijn oranjekloffie mag uit de kast, ik ga het vieren.

Leedvermaak - 25 april 2012 - Inzending cursus

Iemand ziet wat interessants gebeuren op straat, maakt er een foto van en stuurt het op naar Metro. Iedere dag plaatst Metro zo’n scoopshot in de krant en de maker verdient er 20 euro mee. Tot vandaag  kon ik daar altijd wel om lachen. Vooral de maffe verkeersborden die in Nederland geplaatst worden, leveren komische plaatjes op.

Vandaag, 25 april, is er een scoopshot geplaatst van iemand die een foto maakte toen zijn buurman bekneld raakte onder een zeven meter hoge boom, die hij aan het omzagen was. Op zich kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Je buurman probeert een boom door te zagen en hij heeft niet door welke kant die boom op gaat vallen. Jij wel en ziet het fout gaan. Kan hilarisch zijn als hij zich zonder schram onder die boom vandaan weet te manoeuvreren. Op deze foto zie je echter vier ambulancebroeders bezig zijn met deze persoon. Wellicht is mijn gevoel voor humor achtergebleven, maar “grappig” was niet het woord wat in mij opkwam bij het zien van deze foto. Ik verbaas me dat dit schijnbaar als vermakelijk wordt gezien. En ik vraag me af door wie. De man die deze foto heeft gemaakt, de redactie van Metro, iedereen die s’ ochtends dit blad (al dan niet bewust) van de stapel grist?

En aan de andere kant vraag ik me weer af waarom ik me hier zo druk om maak. Ik heb niet de illusie dat mijn column de wereld gaat veranderen. Ik maak  niet voor eens en altijd het verschil tussen humor en ernst duidelijk. En misschien wilde de maker van deze scoopshot juist dezelfde boodschap duidelijk maken. En ach, als dat niet lukt, je krijgt in ieder geval euro’s op je rekening gestort.

maandag 23 april 2012

Eindelijk beroemd - 19 april 2012 - Inzending Metrolezerscolumn

De deur gaat open, alle aanwezigen staan op, beveiligingsmensen zijn alom aanwezig. Je loopt de entree door en je voelt meteen dat alle ogen op je gericht zijn. De verwachtingen zijn gespannen, dit moment draait helemaal om jou. Mensen kennen jou, je bent beroemd! Dit is wat ik wil. Ik wil bekend zijn. Ik wil dat mensen willen luisteren naar wat ik te vertellen heb. En ik heb er hard voor gewerkt, dus ik verdien het ook! Ik heb geld gestoken in het opnemen van een promotiefilm, een netwerk opgebouwd en natuurlijk representatieve kleding gekocht.  Je kunt niet in het openbaar verschijnen in je gewone kloffie. De pers is keihard en ik wil natuurlijk niet met slechte foto’s in de bladen verschijnen. Ik ben anders dan anderen, ik ben Anders.

Jarenlang ben ik bezig geweest om te zorgen dat ik gehoord werd. Ik heb ook echt wat te melden. Mijn mooie Noorwegen verkeerd in groot gevaar. En ik ben erachter wat de oorzaak is van al dat gevaar. Ik heb dit keurig vormgegeven in de vorm van een autobiografie, een manifest en een video. Deze zaken heb ik niet alleen op het internet gezet, maar ook verzonden naar duizenden invloedrijke personen. Ik heb uitgelegd hoe het misgaat in onze samenleving. Maar ook dat het nooit te laat is om het tij te keren. En om niet alleen maar van de zijlijn commentaar te leveren heb ik aanbevelingen gedaan. Hoe we de wereld kunnen verbeteren en kunnen verlossen van het kwaad. Maar het werkte allemaal niet. Ik heb niet één reactie gehad op mijn meesterwerk. Toen wist ik dat ik het groter aan moest pakken. Ik ben een eigen zaak begonnen, om groente te telen en te verhandelen. Een groot pluspunt aan deze onderneming is dat ik probleemloos grote hoeveelheden kunstmest kon binnenhalen. Zonder dat iemand daar vragen over stelde. Ik gebruikte die kunstmest om explosieven te maken.

22 juli 2011 werd mijn dag. Ik heb een bomaanslag in Oslo weten te veroorzaken en een bloedbad aangericht op Utøja. Dat was een opoffering die ik graag maakte. Want ik weet dat iedereen die zo’n daad begaat, door de maatschappij als “gek” wordt bestempeld. Het betekent echter ook dat de komende weken de kranten en nieuwsberichten bomvol over mij zullen staan. Mijn manifest, autobiografie en video zullen door iedereen bekeken gaan worden. Eindelijk krijg ik de aandacht waar ik recht op heb.

Leuk verhuizen - 18 april 2012 - Inzending cursus

“Wat een klus! Wat een gedoe, ik zie er nu al tegen op.” Ik volg een gesprek tussen twee vrouwen op het station. Mijn interesse is gewekt, waar gaat dit over? Wat moet zij gaan doen? De marathon rennen, haar vriend tot de orde roepen, op het werk iemand ontslaan? Maar niks van dit alles. Ze gaat verhuizen.

Het is soms ook best een gedoe. Bijvoorbeeld de wasmachine meeverhuizen.  9 Jaar geleden woonde ik in een duplex woning en wel het bovenste gedeelte. Dus met een trap. De heren uit ons gezelschap waren echter al kapot na dat zij de wasmachine uit de badkamer hadden gesleept, over de wastafel heen. Een vriend van ons had een briljant plan uitgedacht om die machine niet ook nog van de trap af te hoeven  zeulen. In plaats daarvan konden we de machine beter aan zijn eigen kabel door het raam naar beneden laten zakken! “Matrasje eronder, komt helemaal goed,” zo beëindigde hij z’n uitleg. Ik heb het toch maar uit z’n hoofd gepraat.

In 2003 ben ik voor één jaar naar Diemen verhuisd. Toen ik weer wegging uit Diemen, was de verhuizing memorabel. Ten eerste, omdat ik die keer nog ingepakte dozen tegenkwam. Die konden meteen de stort op. Ten tweede, omdat ik door vrienden en familie een jaar geleden was afgeleverd in Diemen en nu door dezelfde groep lieverds weer werd opgehaald. Daar hebben we een weekend de tijd voorgenomen. Stappen, films kijken, lekker eten en drinken. Tot diep in de nacht hebben we gepraat, gelachen en maffe spelletjes gedaan. En dat ze daarna mij en mijn spullen weer mee terug namen, vond ik zo’n mooie symboliek. Verhuizen, makkelijker kun je het niet maken, wel leuker.

maandag 16 april 2012

Verslaafd aan leren - 11 april 2012 - Inzending Cursus


Gamen heeft een negatieve lading gekregen door nieuwsberichten die melden dat er een gamer is doodgegaan omdat hij niet meer van de bank afkwam om te eten en voor zichzelf te zorgen. Andere berichten gaan meestal over het effect van agressie in games. Ik ben zelf een fervent gamer. In de weekenden beleef ik de meest geweldige avonturen in onbegaanbare omgevingen en uitdagende opdrachten. Zou ik zonder gamen kunnen? Vast wel. Zou ik dat willen? Zeker niet. Ik vind het veel te leuk. Het is een tijdverdrijf voor mij.

Onlangs las ik een artikel over Dr. Howard-Jones. Hij heeft onderzoek gedaan naar dopamine, een stofje dat je lichaam zelf aanmaakt. Dopamine wordt aangemaakt door het beleven van stress, beloningen, plezier en woede. Je lichaam maakt tijdens deze beleving dopamine aan en dit stofje zorgt voor een verhoogde concentratie en vergroot de opname van kennis. Conclusie van het onderzoek: Gamen is voor mensen die dat leuk vinden een beloning. Dus maakt je lichaam dopamine aan, wordt je concentratie verhoogd en neem je kennis sneller en beter op.

Toen ik 12 jaar was (1992) was mijn Cito-uitslag net genoeg om vbo aan te kunnen. Mavo was niet denkbaar. Uiteindelijk heb ik mijn vbo, mbo en hbo diploma weten te halen. Ik heb me altijd afgevraagd hoe me dat gelukt is. Leerkrachten van vroeger kijken me verbaasd aan als ze horen dat ik glansrijk een hbo diploma heb weten te behalen. Maar ik ben er nu achter. Vanaf mijn twaalfde kwam er namelijk een Nintendo systeem in huis en heb ik heel wat uurtjes aan Mario Bros avonturen besteed. Dat is na de komst van de pc, de playstation 1, de nintendo wii en de playstion 3 niet verminderd. Dopamine in overvloed.

Ik heb de high-score behaald, met gamen en dus ook door gamen.

Iets met boontjes en loon - 4 april 2012 - inzending cursus

Van de week belandde ik na een rondje zappen bij het programma “Gepest.” Een programma waarin mensen die in hun jeugd gepest werden terugblikken op die tijd en vertellen over hoe dit hun dagelijkse leven heeft beïnvloed. En aan het eind van het programma zien ze een aantal pestkoppen terug. In dit geval geen weerzien met tranen van geluk.


Ik dacht meteen terug aan mijn eigen schooltijd op het voortgezet onderwijs. Ook ik ben gepest. Door een verhuizing moest ik halverwege het tweede schooljaar naar een andere school. Ik had er veel zin in, maar het werd niet zo leuk als ik had gehoopt. Ik werd uitgescholden omdat ik wat dikker ben en destijds had ik ook nog een beugel en bril. Klasgenoten wachten me op na schooltijd, fietsten achter me aan om mijn tas van mijn bagagedrager af te trappen en bedachten allerlei scheldnamen voor me. Het heeft in die mate invloed gehad dat ik lange tijd, ook als volwassene, het veel te spannend vond om langs een groepje te fietsen. Uit angst dat er dingen geroepen werden of dat mijn tas er vanaf zou worden getrapt.


Ik werd tijdens het bekijken van dit programma wel verrast. De pesters die als volwassenen werden geïnterviewd hadden geen idee dat zij daadwerkelijk zoveel indruk hebben gemaakt op het slachtoffer. Zij zagen het niet als gericht pesten. Dat zette me wel aan het denken. Ervaar jij als slachtoffer van pesten wel de realiteit of neem je dingen veel te persoonlijk op?


Ik weet wel dat ik een voldaan gevoel kreeg door te zien dat de pesters uit deze aflevering het in ieder geval niet ver geschopt hebben in het leven. Vroeger of later krijgen dat soort mensen dus toch hun verdiende loon.

woensdag 4 april 2012

Wat is wijsheid? - 24 maart 2012 - Inzending Cursus

Afgelopen weekend zitten mijn vriend en ik op een terrasje als ik een mailtje binnenkrijg via mijn smartphone. Het gaat over een huis wat we volgen op funda.nl. We noemen het ons “dotjeshuis.” De prijs is wederom gezakt en nu is het een prijs waar mijn vriend en ik geen” nee” meer tegen willen zeggen. Meteen nog maar een rondje bestellen om te toosten op dit goede nieuws!


Een lastige kwestie is het wel. We hebben nog twee appartementen die we moeten verkopen. En het nieuws is nog niet erg optimistisch over de huizenmarkt. Neem daarbij de horrorverhalen over mensen die jarenlang met dubbele woonlasten zitten en hierdoor in regelrechte betalingsproblemen zijn gekomen. Een doemscenario waar we niet op zitten te wachten.


Is wijsheid dan altijd kiezen voor de verstandige optie? Mijn ouders hebben tijdens mijn jeugd verschillende huizen gekocht en verkocht. Zij hebben,  zoals meer mensen, keuzes gemaakt die op dat moment niet altijd de verstandigste waren, maar wel het meest passend voor hun situatie op dat moment. Zo hebben zij eens een huis gekocht dat beter bij de grootte van ons gezin paste, maar ook een stuk duurder was. Een aantal jaren erna moest het echter door omstandigheden verkocht worden en door de druk die was ontstaan hebben mijn ouders niet eens quitte kunnen spelen. Als kind heb ik glorietijden en zuinige tijden gekend. En altijd kwam het wel weer goed, doordat zich nieuwe kansen voordeden.


Terug naar ons “dotjeshuis.”Mijn hart roept heel hard “ja” tegen deze buitenkans, mijn verstand sputtert nog een beetje tegen. Maar we gaan de kans wel wagen en een bod doen. En we hebben voor aanstaande zaterdag een afspraak bij een financieel adviseur gemaakt. Voor de zekerheid…

maandag 26 maart 2012

Geloofwaardig - 21 maart 2012 - Inzending cursus

Gisteren ontving ik een reactie op een van mijn columns op mijn blog. In één van mijn columns gaf ik aan gelovig te zijn. Via Facebook vroeg iemand mij hoe ik vast kon blijven houden aan het geloof, het geloof geloofwaardig achten, terwijl er zoveel verkeerde dingen gebeuren uit naam van het geloof. Geweld en misbruik zijn twee actuele zaken die hij aanhaalde.

Onze dominee heeft onlangs in een preek uitgelegd, bijna gewaarschuwd, dat de berichten over het misbruik in de katholieke kerk de protestantse kerk ook raken. In december wilde hij een poster, waarin onze kerstmusical werd aangekondigd, ophangen in een plaatselijk opvangcentrum voor thuis- en daklozen. Hij werd weggestuurd omdat de dienstdoende vrijwilliger niks met de kerk te maken wilde hebben, vanwege de verhalen over het misbruik van kinderen. Ik heb daar nooit bij stil gestaan. Dat iemand anders over mij zou kunnen gaan denken, door berichten over andere gelovigen die er vreemde gebruiken op na houden. En als oorzaak of reden het geloof aanhalen. Word ik ineens anders, doordat anderen die tot eenzelfde groep behoren rare dingen gaan doen?

Er zijn zoveel antwoorden op die vraag en er lopen al zo veel discussies over dit onderwerp. Ik heb de vraag op Facebook als volgt beantwoord: “Ik denk zelf dat het geloof is wat je er zelf mee doet. Als mensen het gebruiken om voor zichzelf misbruik, geweld en dergelijke er mee te rechtvaardigen, denk ik dat ze fout zitten.” Hetzelfde als met geld, denk ik.

maandag 19 maart 2012

Geen honing zonder werk - maart 2012 - Inzending Cursus

Het schijnt een Nederlands spreekwoord te zijn. En het betekent dat je zonder moeite te doen ook geen beloning krijgt. Het impliceert dat mensen die geen moeite doen ook geen beloning zullen krijgen. Wat gaat er dan verkeerd met mensen in topfuncties? Die een bedrijf compleet naar de verdoemenis helpen en dan vervolgens met een flinke zak geld afscheid nemen? De puinhoop mag de opvolger opruimen. En daar horen we vaak weinig over.
Het geheim is dat het helemaal niet verkeerd gaat met mensen in topfuncties. Een gouden handdruk is een trofee voor ontzettend veel moeite doen om je baas nog even een grote poot uit te draaien. Netwerken bij de koffieautomaat is er niet meer bij. Surfen op het internet in de baas z’n tijd, behoort tot het verleden. Er moet een keihard spel gespeeld worden. Je aandacht mag niet laten verslappen en op psychologisch niveau moet je oorlog voeren. Je moet jezelf van munitie voorzien. Belastende informatie verzamelen over dubieuze zaken en niet te vergeten op bedrijfsfeestjes. Je kunt je niet van de wijs laten brengen door beloftes of lokkende opdrachten. Er zijn geen vrienden meer, alleen winnaars en slachtoffers. En jij wilt geen slachtoffer zijn. Je kunt nu niet meer terug met hangende pootjes. Nee, de pootjes moeten juist stijf gehouden worden. En als de baas het dan nog niet snapt, neem je een advocaat bij de arm. Ik begreep uit een interview met een arbeidsrecht advocaat dat het haar cliënten veel stress oplevert, zo’n psychologische oorlog. Maar als je het goed speelt, wilt je baas je heel graag kwijt en is hij bereidt om daar flink wat geld op toe te leggen.
Het gros van de werkende mens heeft daar geen oren naar. Dat is echt te veel moeite.

maandag 12 maart 2012

Ons geld - maart 2012 - Inzending cursus

Mike is een jongen van 10 uit een gezin in Nederland. Zijn ouders werken allebei zodat hij en zijn zusje van alle gemakken kunnen worden voorzien. Ze worden niet verwend, maar zijn zeker niet arm. Maar de papa en mama van Mike staan voor moeilijke keuzes. De afgelopen jaren zijn ze wel erg onvoorzichtig met hun geld omgesprongen. Samen bekijken ze hun inkomens en uitgaven. Ze moeten beslissen waarop ze gaan bezuinigen. Eén ding staat vast; ze komen niet aan het geld wat bestemd is voor hun kinderen. 
Ons kabinet pakt dat toch beter aan. Het is natuurlijk veel slimmer om eerst te bekijken wat er bij anderen te halen valt. Dat scheelt jezelf een reisje naar de Bahamas. “We gaan het met z’n allen dragen.” Persoonlijk vind ik het een mooie slogan. Het draagt echt bij aan ons nationalistisch gevoel. Ik zou er voor Koninginnedag T-shirtjes van laten drukken. Op belastingdienstblauwe stof. En op de achterkant zet je dan; “Wij betalen ons blauw.” 
Ik vind wel dat we die shirtjes dan gewoon op z’n Hollands gratis moeten krijgen. Als ik het declaratiegedrag van ons kabinet goed begrepen heb, denk ik dat we al betalen voor het ontwikkelen van deze shirts. En twee keer betalen  voor hetzelfde voorwerp, dat is wel erg gek. We vinden veel goed, maar dat gaat ver. We komen niet in opstand als een minister een tv-kastje van bijna duizend euro koopt en ‘m daarna nog laat overspuiten in een andere kleur voor nog eens vijfhonderd euro. Op advies van zijn Feng Shui goeroe en op kosten van de staat.  Maar ons dubbel laten betalen voor een T-shirt, dat gaat niet door. We hebben nog wel zoiets als oer-Hollandse principes. Geld mag rollen, maar wij bepalen nog altijd de route. Toch?

dinsdag 6 maart 2012

Hoe? Zo! - maart 2012 - inzending intern blad van mijn werk


Sinds een week ben ik begonnen met een cursus column schrijven. Ik schrijf graag en ik merk dat mijn interesse het meest uitgaat naar columns. Ik vind het leuk om mijn mensen met mijn mening of zienswijze te verrassen of in ieder geval te vermaken. De onderwerpen waarover ik schrijf zijn wisselend. Omdat ik gelovig ben heb ik voorheen vaak geschreven over een actualiteit en maakte ik een link met het geloof of God. Nu ben ik aan het experimenteren. Ik schrijf over games en de gevolgen ervan, positief en negatief. En ook over zingen en stemgebruik. En uiteraard actualiteiten, want onze maatschappij en kabinet zijn te grappig.

Om je werk alleen voor jezelf te houden, vind ik veilig en zonde. Dus ik ben begonnen met het verzenden van mijn columns naar kranten en tijdschriften. Tot nu toe heb ik nog geen mega contract ergens aangeboden gekregen, dus ik werk hier nog wel even. Maar het heeft me wel aan het denken gezet. Over wat ik nou eigenlijk wil met deze hobby. Ik heb zoveel hobby’s en interesses. En door die eens onder de loep te nemen, ontdekte ik ook een patroon. Ik maak niks af. Ik heb 2 naaimachines thuis staan en na een paar mislukte jurken, ben ik tot de conclusie gekomen dat er geen carrière als ontwerper voor mij is weggelegd. Ook wilde ik gitaar en basgitaar leren spelen en al snel kwam ik erachter dat je hier veel voor moet oefenen. Ik kan niet meteen “Stairway to heaven” spelen. Op dat niveau ben ik ook nooit geëindigd.

Er zijn echter ook dingen die ik ongemerkt wel heb voltooid. Maar zoals de meeste mensen onthoud ik mijn mislukkingen beter dan mijn successen. Als ik mijn mislukkingen en successen naast elkaar zet, valt me wel iets op. Als ik ergens mijn zinnen op heb gezet en het echt wil, dan lukt het me wel. Maar dan moet ik het wel serieus aanpakken. Geen half werk. Dus ik plaats mijn columns op een blog, voor iedereen te lezen. En ik ben een cursus gestart, gericht op column schrijven. Je krijgt feedback, je wordt onderuit gehaald en het maakt me gedrevener. Mijn doel is om uiteindelijk een boek op winkelplanken te krijgen met mijn naam op de zijkant. En mijn motivatie is J.K. Rowling (schrijfster van Harry Potter). Zij kreeg ook eerst drie keer een afwijzing omdat een verhaal over een jonge tovenaar nooit iets ging worden.

woensdag 15 februari 2012

Ice Whisperer - februari 2012 - Inzending Metro Lezerscolumn

Ik heb mijn roeping gevonden. Ik ga Friesland en eigenlijk heel Nederland helpen. Vandaag hoorde ik om 20:00 uur het treurige nieuws, dat de Elfstedentocht op korte termijn niet door kan gaan. Het vriest zo hard dat er mussen vastzitten aan mijn dakgoot, maar het ijs trekt zich er niets van aan en wilt maar niet dikker worden.
Persoonlijk denk ik dat het ijs een beetje bang wordt van alle harde aanmoediging in Friesland. Overal stevenen de vrijwilligers vandaan om het  ijs sneeuwvrij te maken. En heb je gezien waarmee? Met een schep. Hoe barbaars! Stel je voor je bent een laagje ijs van 5 centimeter. En je doet je best om in een niet heel koud land een laag van 15 centimeter te worden. Dat klagend volk in Nederland wordt bij 2 nachten vrieskou bevangen door de Elfstedenkoorts, dat ze er zelfs een televisieprogramma aan hebben gewijd. Je kan geen zender meer bekijken zonder dat het binnen 5 minuten over de Elfstedentocht gaat. Dus het laagje ijs denkt, ik zal mijn best maar eens gaan doen, zijn die Nederlanders ook weer blij. Maar dan valt er sneeuw op je kop en die isoleert. Lekker warm, denkt het ijslaagje en die neemt even pauze van het vriezen, omdat het zo aangenaam is. En ineens gaat er een stuk hard plastic over je kop heen en maait in één keer de heerlijke beschermende laag van je af. Daar wordt het ijslaagje niet blij van. En als je niet gelukkig bent, presteer je minder goed. Zo werkt het nou eenmaal, zo ook bij ijs. Dus het stopt met groeien.
Maar “Here I come to save the day!” Ik, de Ice Whisperer. Ik weet na jarenlange studies dat je ijslaagjes op zo’n verlies moet voorbereiden. Je moet uitleggen waarom je de sneeuw gaat verwijderen, dat je snapt dat dat niet leuk is, maar het is voor het grotere geheel. Soms moet je offers maken om een doel te bereiken. Ook het ijs snapt dat wel, maar je moet het voorbereiden en voorzichtig brengen. Pas dan, kun je de sneeuw veilig verwijderen en als je echt bedreven bent in het Ice Whisperen, verwijder je de sneeuw met een zachte borstel of bezem. En terwijl je dit doet, zing of fluit je het nummer “Cold as Ice”. Daar knapt het ijs van op en groeit het zelf in Nederland naar de 15 centimeter.

dinsdag 17 januari 2012

Angst - januari 2012 - Inzending Lezerscolumn Metro

Ik kom zojuist onder een handdoek vandaan. Stomen, voor mij persoonlijk een noodzaak in de winter. De regen van de afgelopen weken heeft mijn weerstand uiteindelijk omver geworpen. En dus zit ik zoals half Nederland op dit moment verkouden op de bank;  snotterend, tranend en niezend.
Hangend boven mijn stoombad, moest ik denken aan minister Schippers. Die heeft aangekondigd, dat er een onderzoek komt naar de rol van de farmaceutische industrie en de onafhankelijkheid van de adviseurs ten tijde van de Mexicaanse griep. Mijns inziens zonde van de tijd en het geld wat we opnieuw in de Mexicaanse griep gaan steken. Het heeft ons in 2009 al 340 miljoen euro gekost. Je moet niet blijven terugkijken, toch? Gewoon vergeten en doorgaan met de kwesties die nu voor ons liggen.
Ik vind overigens dat de heren Osterhaus en Coutinho, de onafhankelijke adviseurs, helemaal niet aan het onderzoek hoeven mee te werken. Het antwoord ligt heel duidelijk voor ons. De heren hebben laten zien hoe je gemakkelijk geld kunt verdienen. Dat hebben ze niet gejat, dat hebben wij ze eerlijk gegeven. Nederland liet zich heerlijk bang maken voor die gevaarlijke Mexicaanse griep. En de overheid stond met de rug tegen de muur. Als ze niks zouden doen en pleuris zou uitbreken, zouden ze als harteloos kabinet de geschiedenis zijn ingegaan. Waar onze Ab Klink, destijds minister van Volksgezondheid, op hoopte was het droomscenario. Hij zou een berg vaccins inkopen en Nederland zou door hem gered worden van totale destructie.
Osterhaus en Coutinho hebben niks anders gedaan dan ons meenemen in dit reallife-rampscenario. En vervolgens daar grote vruchten van geplukt. Aan de dromen van mensen kun je geld verdienen en aan de angst van mensen nog veel meer.  
Schippers wil graag laten onderzoeken of bij een volgende mogelijke epidemie de kosten ook lager kunnen. Ik heb hier wel een idee over en die mag de minister gratis van mij overnemen. Laat Nederlanders vooraf aangeven of ze een eventueel vaccin zouden willen hebben. De zekerheidszoekers kopen hun veiligheid en de moedige en principiële rakkers hoeven niet meer te schreeuwen dat ze niet zomaar ingeënt willen worden. Dat scheelt gezeur achteraf van het volk. Bovendien kunt u kosten inzichtelijk maken, want u weet vooraf al hoeveel er ingekocht moet worden.  Oh ja, en gooi het zelf op een akkoordje met de farmaceutische industrie, dan weet u het tenminste wanneer er opnieuw angst uitbreekt. Is er tenminste één iemand voorbereid.

woensdag 11 januari 2012

Game over? - januari 2012 - inzending metro lezerscolumn


Ik speel graag spelletjes. Vroeger waren er bordgames, gezelschapsspellen. Deed niemand moeilijk over. Van een potje monopoly raakte niemand in paniek. Vervolgens  zorgde ontwikkelaars en nieuwe techniek ervoor dat we op computers konden gamen. Monopoly, Patiënce, Catan, we kunnen ze nu allemaal op de computer spelen. Ik zie twee bijkomende voordelen, het opbouwen en weer opruimen van een spel kost veel minder tijd. En als niemand zin heeft om een spelletje te doen, is er altijd de pc waartegen je kunt spelen. Een ideale oplossing voor mij, want ik wil heel vaak een spelletje spelen. Bij alleen puzzel en gezelschapsspelletjes is het niet gebleven. Ik beleef sinds de opkomst van adventuregames de meest fantastische avonturen, bezoek allerlei landen en als ik een keer domme dingen doe, kan ik het gewoon nog eens overdoen.
Toen ik 10 jaar was kregen we een cbs-spelsysteem. Die was hier al voor de dinosaurussen. Ik werd nog wel eens nijdig als ik afging en smeet met de controller. Mijn moeder kwam binnen en legde me heel duidelijk uit:  “Diaan, het is een spel. En als je nog één keer met die controller gooit, gaat ie de deur uit.  Ik koop geen spullen om ze door jou te laten slopen.” De boodschap is duidelijk. Het is een spel, niet het einde van de wereld. En als je daar niet mee kan omgaan, ga je maar wat anders doen.
Gamen is de laatste tijd regelmatig in het nieuws. Vooral negatief, valt mij op. De schutter in Alphen aan de Rijn speelde computerspellen. Toen Pim Fortuin vermoord werd, dacht ik:  “Laat het alsjeblieft geen allochtoon zijn.” En nu denk ik steeds vaker “Laat het alsjeblieft geen gamer zijn.” Want dan wordt acuut het hele arsenaal aan onderzoeken naar agressie, geweld en gamen weer opengetrokken.
En er worden mij steeds meer vragen gesteld. Vorig jaar is er een gamer gestorven, omdat hij al een paar dagen aan een spel bezig was. Hij vergat te eten. En nu vragen mensen mij, aangezien ik nog steeds graag een spelletje speel, of ik dat ook doe. Nee, natuurlijk niet. Als je in een vroeg stadium uitleg krijgt over hoe je normaal met zaken omgaat, het verschil tussen fantasie en realiteit, kun je in het leven goed omgaan met tegenslagen. Ik geloof dat dat opvoeden heet.

Koud - november 2008


Het wordt weer verschrikkelijk koud in Nederland.  Ja, volgens Gerrit Hiemstra en Piet Paulusma is het juist extreem zacht voor de tijd van het jaar. Ik denk daar toch heel anders over,  zo ’s ochtends op de fiets. Mijn handschoenen, muts en sjaal gaan mooi aan. Als je alleen nog een paar ogen ziet fietsen, ben ik dat, volledig ingepakt. Ik vind alles onder de 20 graden niet aanvaardbaar en zodra het kwik zakt onder de 10 graden Celsius is buiten voor mij onleefbaar geworden. Ik ben er van overtuigd dat God mij toch op het verkeerde stukje planeet heeft gezet. Zodra het herfst wordt sta ik met de Turkse, Marokkaanse en Antilliaanse gemeenschap mee te klappertanden. Het grote nadeel aan Nederland, daar zijn we het over eens. 

God en/of Allah heeft in den beginne de aarde ontworpen. Toen hij na 5 dagen een prachtplaneet had ontworpen, had ie beter de 6e dag als rustdag kunnen nemen. Dat had hem/haar een op hoop gezeur gescheeld.  Echter heeft onze lieve heer ingezien dat op die manier meteen met pensioen kon en heeft de mens er nog bijgezet. Na een paar dagen kreeg hij meteen al spijt. De 2 mensen kregen slechts één verbod opgelegd. Ze mochten voor de dieren zorgen en de planten, ze mochten volvreten van alles wat dat paradijs ze te bieden had. Ze moesten alleen met hun tengels van die ene boom in het midden afblijven. Dat lukte niet en toen begon de ellende. 

God had destijds al moeten inzien dat ie een catastrofale blunder heeft begaan en hij in de godenwereld voor de resterende eeuwigheid nooit meer serieus genomen zou worden. Waarom zo’n boom in het paradijs neerzetten? Laten we eerlijk zijn, de mens was gedoemd te falen voor deze test en God wist het. Desalniettemin zullen we de gevolgen van die cruciale dag nog altijd voelen. In het paradijs was er geen sprake van winter. Het was lekker weer. Adam en Eva konden tenslotte lekker naakt rond dartelen. Dat kan niet met 10 graden! De mens moest voortaan kleren dragen, om de schaamte te bedekken. En mochten we het in onze bol halen om toch naakt te gaan lopen -en sommige jongedames tarten het lot met de laatste mode- daar zijn de herfst en winter voor uitgevonden. Al zou je het niet altijd zeggen; Gods wegen zijn toch echt ondoorgrondelijk.

Kracht - april 2009

Ken je dat gevoel, dat je even niets meer van de wereld begrijpt? Dat je realiteitszin weer danig op de proef wordt gesteld? Het is onbegrijpelijk….. In november 2008 moeten we afscheid nemen van het zoontje van een hele lieve vriendin van me. Brian zal me altijd blijven heugen. Niet heel vaak heb ik dit mannetje gezien, maar hij was die keren die ik hem zag altijd vrolijk en ondernemend. En van de mensen in zijn nabije omgeving heb ik vernomen, dat ie dat altijd was. Het jochie is echter overleden. Het klopt niet, geen enkele ouder zou zijn kind moeten begraven. Dat is gewoon verschrikkelijk. Na een ontwrichte kerst en een wankel begin van het nieuwe jaar, krabbel je leventje weer een beetje op. Tenminste, dat is wat ik denk dat de ouders meemaken. Ik kan en wil niet eens stil staan bij de pijn die dit verlies iedere dag met zich meeneemt. Hoe erg is het dat het noodlot weer toeslaat, in dezelfde familie, zo’n drie en een halve maand later. De zus van die vriendin waar ik het net over had, is ook een goede vriendin van me. Haar jongste zoontje Quint is die ochtend overleden. Verdronken….
Ik huil, ik heb echt bijna een uur achter elkaar zitten huilen. Ik heb mijn vriendin opgebeld en samen zitten we weer te huilen. Na dit gesprek besluit ik dat ik even geen zin heb in alle flauwekul van de Nederlandse televisie. Ik maak een kop thee en ga alvast naar bed. En op zo’n momenten gaat mijn ruzie met God van start. Eén keer in de zoveel tijd is het raak.  Waarom? Bij zulke lieve zorgzame mensen? Die jongens hadden een fantastisch leven in het vooruitzicht in een liefhebbende familie. Mensen vragen me wel eens waarom ik in een God geloof, die dit soort dingen toelaat. Ik heb ook even geen zin meer om mij of hem te verdedigen. Ik voel me ook lam geknuppeld. Ik heb die antwoorden niet…………
Maar dan besef ik dat God die antwoorden misschien ook niet heeft. Ik kan me niet voorstellen dat mijn God zo wreed is, dat dit zijn wil zou zijn. God heeft ons toch geschapen naar zijn evenbeeld? Wij hebben het niet zo gewild en God evenmin. Ik besef wel dat ik iets goed te maken heb. Daarnet ging ik flink tekeer, dat was niet zo netjes. Daarin is God dan weer meer dan menselijk. Onvoorstelbaar groot is zijn liefde.
En daar vraag ik God dan maar om. Kracht voor mij om me niet steeds af te vragen hoe zinloos dit is. Kracht voor ouders die een kind verliezen, om er door heen te komen. Om te genieten van de kindjes die wel nog bij ze zijn. Kracht voor ons allemaal om die vreselijke dingen die ons allemaal overkomen, niet te zozeer te willen begrijpen, maar te zien wat er nog over is om voor te leven.     

Foute buren - april 2007 - mijn eerste column ooitgeschreven

Dinsdagavond ben ik ’s avonds nog wat aan het thuiswerken. Al heel mijn leven ben ik zo iemand die bij het huiswerk maken de tv of radio aan had staan. En dat doe ik nog steeds. Bij toeval begint er net een nieuw programma; “foute buren.” Wat een programma, voer voor de psychologen onder ons en absoluut leedvermaak voor iedereen. De standaard probleemgezinnen worden gedwongen een klein idyllisch dorp te vormen. Dit gaat een maand of twee duren, geloof ik. (ik sla niet alle info op, wanneer ik twee dingen tegelijk doe)

De probleemgezinnen zijn uit het leven gegrepen. Een groep luidruchtige studenten, een gezin met onopgevoede kinderen, een vrouw met 2 dochters en een stuk of 5 honden en zo nog een paar typerende samenstellingen. Zet die in een soort van woonwagenkamp en stel nog een paar leuke leefregels op. Beperkt water en elektriciteit, een roedel tuinmeubelen die ze zelf moeten verdelen en een voorraadkast waarbij ze het eten moeten delen. Ze mogen de producten niet in eigen keukenkastje zetten. (die overigens wel in de caravans zitten waarin ze gaan wonen. Da’s apart, he?) Al na een paar dagen komen de eerste conflicten. Je raad het al, ook dat moeten ze zelf oplossen.

Geweldig programma! Stop alle problemen van de samenleving in één kamp en………
Laat het daarbij! Klaar! Basta! Los het zelf maar op. Ik vind het uitgekookt plan.
Laten we dat ook doen met de voetbalsupporters die het verknoeien voor mensen die wel volwassen genoeg zijn om het verlies van een wedstrijd aan te kunnen. Laat ze in een eigen kampje alles slopen en daar vervolgens een maand blijven. Dan hebben ze ook werkelijk last van de troep die ze maken.

Het leukste lijkt me dat dadelijk blijkt, dat ze dus een voorbeeldige kampje gaan vormen. Dat zonder ingrijpen van overheid, politie of ME gewoon de boel vanzelf gaat lopen. Dat zou een giller zijn. Daar staat Balkenende met zijn normen en waarden verhaal. En hoeft de minister van Binnenlandse Zaken zich ook niet meer druk te maken over het verbeteren van de aansturing van de 26 politiekorpsen in het land. Gewoon een stuk land vrijmaken hekje eromheen. “En daar blijven, net zolang het weer goed gaat.”

Maar da’s te gek. Dat is ondenkbaar in een land als het onze. Ons Nederland waar we trots op moeten zijn. Het land waar je alles moet kunnen zeggen, zonder dat je meteen wordt opgepakt. Het land waar je vrij bent om te gaan en staan waar je wil, zonder dat je bang moet zijn dat je  slachtoffer wordt van een of ander gewelddadig misdrijf. Het land waar we allemaal gelukkig  langs elkaar heen leven, zonder op elkaar te letten. Misschien was God wel de maker van het programma “Foute Buren” en zitten we allemaal in zijn idyllisch kampje………